Analyse. Een groepje van overwegend Vlaamse industriëlen komt met de lancering van een eigen durfkapitaalstructuur tussen in de uitverkoopgolf die ook Vlaanderen treft. De initiatiefnemers zijn discreet maar kapitaalkrachtig.
Industriële visie, financiële vuurkracht en een lange termijn horizon: dat zijn de drie elementen waarmee de investeerdersgroep Pentahold rond Filiep Balcaen, Edmond Muller, Marc Saverys, Paul Thiers en Philippe Vlerick zich wil profileren.
Alle vijf hebben ze al bewezen zelf ondernemingen te kunnen uitbouwen. Deze vijf industriëlen plus het management van het fonds rond Geert Vanderstappen en Karel Gielen komen ook in de raad van bestuur van Pentahold.
Geert Vanderstappen en Karel Gielen werkten vroeger beiden bij de Generale Bank (Fortis Bank). Vanderstappen als zakenbankier, Gielen leidde de private banking in West- en Oost-Vlaanderen. Beiden kennen goed de Vlaamse ondernemerswereld. Vanderstappen staat ook dicht bij Philippe Vlerick op wiens vraag hij recent bestuurder werd bij Spector, de fotogroep waar hij nog financieel directeur is geweest.
Paul Thiers – tot voor kort directeur en belangrijk aandeelhouder van Unilin, dat vorig jaar verkocht werd aan Mohawk voor 2,2 miljard euro – had dan weer zelf al een poosje de ambitie om zich als actieve investeerder op te stellen. Filiep Balcaen van zijn kant had na de verkoop van Balta middelen om te investeren en bewees al dat hij een groep internationaal kan uitbouwen in een moeilijke industrie als de textiel.
Philippe Vlerick is dan weer iemand met zowel een industrieel en financieel profiel die gewoon is van aandeelhouders bij elkaar te houden. Tel daarbij Saverys (een ondernemer in de scheepvaartsector) en Muller (Luxemburgse ondernemer met internationale activiteiten) en Pentahold vormt een ronde-tafel van complementaire industriëlen die tot de top gerekend worden. Het gaat bovendien om een zeldzame krachtenbundeling.
De durfkapitaalsector wordt momenteel overspoeld door financiële middelen maar de initiatiefnemers van deze investeerdersclub rekenen erop dat hun industriële aanpak hen zal onderscheiden van de talrijke Angelsaksische fondsen.
Bovendien heeft de financiële aanpak van die Angelsaksische fondsen bij bedrijven als Balta en zeker Ontex al voor naweeën gezorgd. De traagheid bijvoorbeeld waarmee ,,Balta Angelsaksische stijl” een deel van zijn karpettenafdeling naar Turkije her-lokaliseerde, contrasteert met de ondernemerszin die het bedrijf toonde toen Filiep Balcaen aan het stuur stond.
,,Dit initiatief werkt rond drie principes: toegevoegde waarde voor de aandeelhouders, het management en de onderneming zelf, zegt een persoon vertrouwd met de opstart. De ondernemersclub is ten slotte overtuigd dat Angelsaksisch kapitaal vaak bewijst te ongeduldig te zijn. Pentahold wil daarom niet als een in de tijd beperkt fonds optreden, maar als een ,.evergreen structuur” die nadrukkelijk mikt op ,,buy & build mogelijkheden”.
Pentahold komt er op een ogenblik dat de uitverkoop van bedrijven hoogtij viert. Het is ironisch genoeg de beslissing van ondernemers als Filiep Balcaen (Balta) en elders Unilin – waar Paul Thiers een van de CEO’s was – om te verkopen, die de appetijt van Vlaamse ondernemers om te verkopen extra aanzwengelde.
Door de lage rente en het goedkope krediet zijn Angelsaksische fondsen bereid hoge prijzen te betalen voor ondernemingen. Opvallend is dat de jongste tijd ook industriële kopers nadrukkelijk op de voorgrond treden.
Afgelopen week maakte cateringgroep Carestel bekend zich te verkopen aan grote broer Autogrill uit Italië. Op een ogenblik dat de fusie- en overnamekoorts in jaren nog niet zo gewoed heeft, creëren een handvol Vlaamse vermogende ondernemers een industrieel alternatief.